Coelduivenhokje
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Ga naar beneden
avatar
Admin
Admin
Aantal berichten : 50
Registratiedatum : 31-07-19
https://coelduivenhokje.actieforum.com

Jef Meeusen en Anton Kok 1 januari 2018 Empty Jef Meeusen en Anton Kok 1 januari 2018

wo aug 14, 2019 12:29 pm
Eerst pensioen, …dan kampioen?

Weinig mensen kijken zo uit naar hun pensioen als duivenliefhebbers. Ze tellen een jaar op voorhand af, niet om het dan eindelijk rustig aan te kunnen doen, maar om voluit hun hobby te kunnen beoefenen. Alle hinderpalen die prima vliegresultaten in de weg stonden, lijken dan te zullen verdwijnen. Eindelijk zal men zich kunnen meten met de absolute top.

Dat is het verwachtingspatroon. Maar is dat ook zo? We gingen op de praatstoel met twee liefhebbers die er hun eerste jaar als gepensioneerde hebben opzitten.

Arnold Kok woont in Ijsselmuiden – Midden-Nederland – en is er door meerdere generaties gekend als “meester Kok”. Hij heeft het onderwijzen, ook na één jaar pensioen, nog niet verleerd. Gestructureerd geeft hij het verhaal van zijn duivenloopbaan.

“Van jongs af aan ben ik tussen de duiven opgegroeid. Mijn vader speelde met zijn broer, die naast ons woonde, jarenlang onder de naam Gebroeders Kok. Ze waren - zeker in de club - eigenlijk ieder jaar bij de kampioenen.
Toen mijn oom stopte, ging mijn vader zelfstandig door, maar mijn broer Gerard en ik waren ook erg gecharmeerd van duiven. Zo ontstond de succesvolle combinatie Jac. Kok en Zonen. Topprestatie was voor ons: 1e Beste Vitesseduif van Nederland, begin jaren-80. Maar ik kan me nog bepaalde duiven van 1962 en 1963 voor de geest halen.

In 1981 ben ik getrouwd en bleef ik actief in de combinatie tót 1987, toen ik op mijn huidige woonadres voor mezelf begon. In 1985 werd mijn zoon Matthijs geboren en ook hij kreeg het duivenvirus met de paplepel ingegeven. We hebben een vrij kleine tuin, waar tot op heden slechts 12 vierkante meter aan duivenhokken staat.

We speelden toen het programmaspel, met regelmatig mooie uitslagen en kampioenschappen. Zo werden we eens 1e Generaal kampioen Aangewezen van Afdeling Zwolle met 1100 leden. Vanaf 2004 was de lol er op de steeds sneller verlopen vitessevluchten vanaf en besloten we ons te richten op eendaagse en meerdaagse fond. Die twee disciplines speel ik nog steeds.

Sinds 2008 wordt er op nest gespeeld. Ook op dit vlak waren er mooie prestaties: 8e Nationaal Bergerac Sector 3 op 20.261 duiven; 3x Teletekst met telkens een andere jaarling op de dagfond in 2008; Nationaal St. Vincent 2010: met slechts 2 duiven mee: 557 en 733 op 5.698 duiven; 1e NPO Gien (590 km ) op 9.260 duiven in 2014

Inmiddels zijn in enkele jaren tijd de 10 kweekkoppels naar Matthijs verhuisd en heb ik dus 12 m2 beschikbaar voor 20 nestkoppels in de grootste afdeling, 20 vroege jongen in de kleinste en circa 35 zomerjongen op een derde afdeling.
Mijn dagfondduiven stammen af van Comb. H&O, Nieuwendijk ( in de jaren-90 Beste liefhebber van Nederland). Verder van Gaby VandenAbeele (Via Eijerkamp). De laatste aanwinsten komen van plaatsgenoot Henri van den Berg, IJsselmuiden.
Mijn meerdaagse fondduiven stammen af van mijn Pitbull-lijn (Jan Theelen x Gebr. Kuijpers) Verder duiven rechtstreeks of via via van Mark van den Berg, Arjan Beens, Benno Kastelein.

Mijn spelsysteem is dus nestspel. Destijds heb ik daarvoor gekozen omdat het klassieke weduwschap niet meer beviel, mede omdat de duivinnen toen nutteloos in de ren zaten. Bovendien bewees Gebr. Beens destijds dat er op dag- en meerdaagse fond met nestduiven hard gespeeld kon worden.

De dagfondduiven werken 2 cycli af. Daardoor kunnen de doffers alle 5 keer op de dagfond gespeeld worden en de duivinnen 4 keer. De meerdaagse fondduiven worden vooral op eieren van 10 a 12 dagen gespeeld. Maar in juli en augustus ook wel op kleine jongen.

Trainen doen ze aanvankelijk 1 keer per dag gedurende een uur, maar vanaf mei 2 keer per dag. In het verleden stak er dan een grote vlag uit het slaapkamerraam, maar sinds vorig jaar probeer ik dat overbodig te maken. De oude en jonge duiven worden gedurende het vliegseizoen nooit gelapt.

De 10 kweekkoppels worden gekoppeld vanuit het principe goed x goed, maar ook wordt lijnenteelt toegepast, zoals zoon x kleindochter van een topper of dochter x kleinzoon.

Ik heb geen keiharde hand van selecteren. Duiven krijgen bij mij vaak nog wel een tweede kans. Maar als ze een ziekte niet snel overwinnen gaan ze eruit. Ik hanteer geen criteria zoals minimaal x keer bij de eerste …. Ik selecteer op gevoel, maar we zijn hier in onze streken ook al jaren sterk afhankelijk van de mate waarin jonge duiven in hun geboortejaar verloren gaan.

In dat opzicht heb ik een paar mindere jaren achter de rug. Ook gingen in 2015 en 2016 overmatig veel jaarlingen verloren.

Van opbouw van een sterke formatie was dus maar ten dele sprake.Daarbij komt dat ornithose ook nogal eens een plaaggeest is. Daarom heb ik mijn hok in 2016 aangepast op advies van specialist Bennie van Dijk. Ik hou mijn duiven liefst zo natuurlijk mogelijk, maar bij controles bij duivendokter Nanne Wolff blijkt er toch vaak wat geel en ornithose onder te zitten. Ik ben er echter in 2017 wel achter gekomen dat telkens maar weer kuren ook geen oplossing is.

Ik denk er sterk over om in 2018 enkele natuurproducten te gaan gebruiken, zoals bijvoorbeeld oregano en knoflook. En ik wil – als eenmaal bij een controle in het voorseizoen blijkt, dat de duiven gezond zijn ( en zo niet 1 maal gekuurd zijn) – veel werk maken van het ontsmetten van de duiven na de vlucht. Hiervoor heb ik de SA-mix van Wolff en de BS van De Weerd in gedachten.

Verder blijf ik pinda’s , Tovo en hennep bijvoeren. En in de laatste paar dagen voor inkorving een energierijke mengeling. Maar….ik kreeg afgelopen zomer bij een controle bij Wolff wel de opmerking dat mijn duiven te zwaar waren. ( Ik vind het lastig om duiven hongerig te houden.) Ik moet mijn voergedrag dus wel gaan aanpassen.

In 2018 kom ik met ongeveer 20 dagfondduiven en 20 meerdaagse fondduiven aan de start. Omdat er bij de meerdaagse fondduiven nog geen goede spreiding in leeftijd is, zal ik net als in 2017 waarschijnlijk (nog) niet spelen op St, Vincent en Dax (ruim 1100 km).

De jaarlingen die goed bevlogen zijn, zullen starten op Perigueux (900 km.) en als ze in goeden doen zijn later nog een keer naar Bergerac of Cahors gaan. Een enkele overjarige zal zo mogelijk 3x gespeeld worden.
De dagfondduiven gaan – op een enkele wat minder goed opgeleide duif na – allemaal om de 2 weken mee. Mezelf doelen stellen, daar doe ik eigenlijk niet zo aan.
Hoewel ik al meer dan 55 jaar in de duivensport zit en ik gewend ben dat er regelmatig succesvolle jaren zijn, was 2017 een seizoen om snel te vergeten. Het begon hoopvol met een 7e NPO Gien tegen 9395 duiven, maar daarna kabbelde het seizoen wat voort. 2017 was het eerste seizoen , waarin ik het hele jaar van mijn pensioen mocht genieten.

Menigeen denkt, dat er in dat geval zo veel vrije tijd vrijkomt, dat de prestaties dan ook wel snel verbeteren zullen. Dat blijkt echter lang niet altijd het geval ze zijn. Ik ben echt een perfectionist en misschien wil ik wel te graag, of in ieder geval te veel. Ik probeer uit artikelen in duivenbladen op te pikken wat ik nuttig vind, maar ik denk steeds meer, dat ik de sport niet onnodig ingewikkeld moet maken. Bovendien: als je - zoals ik - je zo punctueel en lange tijd met duiven bezighoudt, dan zal de teleurstelling alleen maar des te groter zijn, als de resultaten tegenvallen.

Nieuwe pensionado’s zou ik dan ook aanraden niet in de valkuil van overdaad te vallen. Maar denk er wel aan dat we niet het eeuwige leven hebben en bedenk net als ik: als de resultaten met de duiven een paar jaar tegenvallen, wacht dan niet te lang om versterking te zoeken. Want voordat met jongen uit nieuwe aanwinsten prestaties geleverd kunnen worden, ben je zo weer een paar jaar verder.

En wij hopen toch ook nog mee te maken dat de duivensport weer in de lift zit. Ikzelf heb ruim 30 jaar op bestuurlijk gebied mijn steentje bijgedragen, maar ben daar een paar jaar geleden mee gestopt. Zo zat ik eens in een commissie Beperking verliezen jonge duiven. We hebben dat toen – mag ik wel zeggen – gedegen aangepakt, maar onze voorstellen zijn lang niet allemaal overgenomen en veel verandering is er niet gekomen. Ik betwijfel of het allemaal nog goed gaat komen, al vond ik het wel een opsteker dat de NPO het voor elkaar heeft gekregen dat onlangs postduivensport op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed is gezet. Ik hoop van harte dat de vernieuwing, die door het huidige NPO-bestuur is ingezet vruchten zal afwerpen. Ik verwacht dat vooral de verschillende secties die worden opgericht, goed werk kunnen leveren: Laat ieder specialisme plannen maken en besluiten nemen over de eigen speldiscipline.”


De andere jong-gepensioneerde komt uit het Belgische Hoevenen.

Het is Jef Meeusen. Hij heeft er na een lange carrière bij de groendienst van stad Antwerpen, zijn eerste jaar als gepensioneerde opzitten.
Als jonge knaap was Jef een trouwe misdienaar. En iedere zondag, tijdens de vroegmis, zag hij de duivenmelkers achteraan in de kerk nagelbijtend de tijd aftellen. Bij Jef thuis waren er geen duiven, maar rondom waren er vele liefhebbers. Jef stond op zondag buiten met zijn vader “te letten” op de duiven die in de buurt moesten vallen. Dat fascineerde hem zo, dat hij toen al de duivenmicrobe op deed. “Al heb ik het langs moeders kant toch ook wat met de genen meegekregen”, vertelt Jef. “Haar ouders woonden op een klein boerderijtje en hielden er ook wat duiven. Een neef van grootmoeder was duivenvoorzitter in Halsteren en hij ging er prat op dat hij “duiven van Stabroek” onder de pannen had.”

Eén van de buren van Jef had rode duiven en die waren out standing bij extreme weersomstandigheden. Daar ontwikkelde hij zijn voorliefde voor rode duiven. Hij bestudeerde de wetten van Mendel en verbaasde zich erover dat, ondanks het dominante rood, er toch relatief weinig rode duiven tussen de stadsduiven te vinden zijn. “Eigenlijk heeft die fascinatie voor rood, me flink parten gespeeld in de duivensport”, licht Jef toe. “Ik begon te kweken in functie van kleur, in plaats van de vliegkwaliteit te laten primeren. Daardoor moest ik na meerdere sterke jaren, de rol wat lossen.”

Jef was inderdaad sterk gestart met de duiven, na zijn huwelijk in 1981. Hij haalde duiven in de buurt en vooral die van Frans Yzermans uit Hoevenen waren echte toppers. Jef speelde ieder jaar meerdere eesten. Na enkele jaren pure snelheid trok Jef voor de halve fond naar “den Union”. Geregeld speelde hij ook wat lichte fond. En nu focust Jef zich volledig op de zware fond, met doffers op klassiek weduwschap en duivinnen op nest.

“Hier is duivensport geen familiesport”, raakt Jef een heikel punt aan. “De andere gezinsleden hebben er geen voeling mee. Ze begrijpen mijn enthousiasme daarrond ook niet. Dat maakt de duivensportbeoefening niet eenvoudig. Alles moet snel gebeuren tussen andere activiteiten door. En dan sta je er ook helemaal alleen voor. Meerdere maanden per jaar vertrok ik naar het werk terwijl het nog donker was, en kwam ik thuis als het alweer donker was. En zelfs in volle zomer was het niet eenvoudig om alle duiven voldoende trainingstijd te geven, laat staan om ze gedegen op te leren.”

Daardoor is de pensionering voor Jef echt wel een kantelmoment in zijn duivencarrière. “Ik besteed nu veel meer tijd op het hok en daardoor kan ik alles veel beter observeren”, steekt Jef enthousiast van wal. “Als je meer ziet, kan je ook beter sturen en bijsturen. De duiven – ongeveer 130 tijdens het seizoen – krijgen nu ook de verzorging waar ze recht op hebben, als je wil dat ze prestaties leveren.”

Die prestaties zijn al tijdens het eerste jaar pensionering zichtbaar verbeterd. Jef staat opnieuw geklasseerd in de kampioenschappen en speelde – na meerdere jaren – terug een eerste prijs op de halve fond. “Ik beleef vooral weer meer voldoening aan de duivensport”, besluit Jef Meeusen.

“Eerst pensioen, dan kampioen?”, het mag, maar het is geen dwingende gedachte!


Wim
Terug naar boven
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum