Joost Wattel 10 augustus 2019

Joost Wattel: 1e landelijke Grootmeester per kubieke meter

"Plotseling ben je blij verrast en trots! Sta je bij de landelijke grootmeesters: 4e Grootmeester met Clean Sweap 12/12 en 8e Vitesse Grootmeester van Nederland. Persoonlijk voelt Joost zich meer "Kleinmeester" op z'n 3.80m duivenhok waar van vitesse tot dagfond alles wordt gevlogen door zijn kleine ploegje duiven."

Dat las ik op de facebookpagina van vader Harry Wattel, en mijn interesse was meteen gewekt. Een jonge kerel, op een klein hok, met weinig duiven, daar kunnen we wat van leren. Dus trokken we naar het mooie Colijnsplaat in Zeeland, benieuwd naar "het systeem Joost Wattel".

Joost speelt op een minihokje met twee compartimenten. Maar vader heeft getimmerd tot alle ruimte optimaal gebruikt kon worden. In februari worden de doffers en duivinnen zo gekoppeld dat tegen de eerste vlucht de jongen er af kunnen. Dit jaar werd er gestart met 18 doffers en 24 duivinnen op totaal weduwschap. Er wordt niet opgeleerd en er is geen medische voorbereiding, wel een controle door de dierenarts.

De eerste vlucht gaat alles mee. De duiven die goed naar huis komen op de eerste vluchten mogen naar de midfond (jaarlingen) of naar de dagfond (oude). Maar alle duiven blijven samen in één hok.
Voor de duivinnen is er een heel smal hokje naast de kwekers, net breed genoeg voor de loketkast.

De duiven krijgen het hele seizoen de startmengeling van Matador. De laatste drie voederbeurten voor een inkorving wordt daar de vliegmengeling van Matador door gemengd. Bij de midfond- en dagfondvluchten wordt er op het einde van de week volle bak gevoederd, en daar smullen de vitessers dan van mee.

Als bijproducten wordt gebruik gemaakt van Beute olympic MG-mix en LTW-Beute in het water. Bij thuiskomst krijgen de duiven Entrobak van Röhnfried.
Het hok wordt enkel op zaterdag gepoetst, en dan nog alleen maar de bakken.

De doffers krijgen 's middags hun trainingsbeurt, de duivinnen 's avonds. Het tijdstip waarop getraind wordt is erg wisselend, gewoon in functie van hoe het die dag best uitkomt. Maar de intensiteit van de training wordt wel bewaakt. Liefst vier vlaggen houden de duiven in de lucht. En eens de vlaggen weggenomen worden, gaat de klep open en moeten de duiven naar binnen. Er wordt minimaal een uur getraind en tijdens de periode van de dagfondvluchten streeft Joost naar een training van anderhalf uur.

De jonge duiven worden pas eind juli opgeleerd, om de verliezen zoveel als mogelijk te beperken.

Meer basic kan je de duivensport niet bedrijven. En dan toch zo succesvol zijn, hoe kan dat dan?

Eerst en vooral is er Joost. Hij heeft het in zich. Hij gaat rustig, schijnbaar wat nonchalant, door het duivenseizoen. Maar onderschat hem niet. Hij heeft alles gezien. Hij voelt de duiven aan en heeft het spelletje helemaal in de vingers.

Daarnaast is er vader Harry, eigenlijk een parkietenkweker. Hij heeft in dat wereldje alles gewonnen wat er kan gewonnen worden, zowel nationaal als internationaal. De lijnenteelt waarmee hij zijn parkietenkolonie naar de top bracht, is ook op het duivenkweekhok van toepassing. Kinderen kruisen en kleinkinderen terugkoppelen, ze hebben het genenmateriaal stevig verankerd, daar in Colijnsplaat.

Vriendin Najima is ook een vast waarde in het team. Wat Joost doet met de duiven, doet zij met Joost: motiveren, op scherp zetten…

Natuurlijk speelt de kwaliteit van de duiven, waarmee kon worden gestart, ook een rol. Op dat vlak had Joost het geluk dat hij als tienjarige starter bij de hand genomen werd door dagfondkampioen Berth Knaven uit Didam. Hij leerde Joost van duiven houden en nam hem mee naar Bertie Camphuis in Eefde en Ferry van Loo in Zutphen. Later werden nog duiven ingebracht van Jelger Klinkenberg, Dies Wagenaar en David Noom.

Daar bovenop kijkt het Joost Wattel-team met een frisse blik naar de duivensport en durven ze eigen inzichten te bewandelen.

Zo is er het Wattel-excelletje. De duiven worden niet afgezet tegenover de concurrentie, maar tegenover de hokgenoten. Bij iedere vlucht krijgen de duiven die bij de eerste 25% van het hok toekomen, een groen vakje, met vermelding van hun plaats. Bij iedere vlucht wordt de snelheid geplaatst. Zo zien ze meteen bij welk weertype ze welke duif moeten spelen. Maar vooral, je ziet met één oogopslag welke duiven constant vooraan zitten. "Dat zijn de duiven waar we mee verder kunnen", vertelt Joost. "Een duif die eens heel vroeg zit in groot verband, dat is leuk. Maar als dat een eenmalige uitschieter is, kan ik op zo een duif niet verder bouwen." Er zijn vluchten waar de doffers het beter doen, er zijn er ook waar de duivinnen beter scoren. Maar globaal is het wel duidelijk dat het prijspercentage bij de duivinnen een stuk hoger ligt dan bij de doffers.

Eigen - vernieuwende - ideeën worden aangevuld met tips&tricks die hen bij andere liefhebbers zijn opgevallen.

Van Bas Verkerk hebben ze geleerd om de bakken in een U-vorm op het hok te zetten.

Bij Gunter Prange ontleenden ze het idee van de speelzandbak, waarin af en toe wat kleinzaad vermengd wordt.

Plankjes en stoeltjes worden oordeelkundig toegevoegd om het territoriumgedrag aan te scherpen. Bloembakken met verse kruiden worden af en toe op het hok gezet en door de duiven helemaal kaal gevreten. Kortom, "kleinschalig" en "eenvoudig" zijn zeker sleutelbegrippen in het Wattel-systeem, maar "attent" en "vindingrijk" horen zeker ook thuis in dat rijtje.

Grootmeester
Om het grootmeesterschap te berekenen, worden het aantal behaalde punten op een vlucht afgezet tegenover het aantal ingezette duiven. Bij de Matador Grootmeesters Ranking 2019 leverde dat Joost de 8e plek op als Vitessehok van Nederland. Bij de Clean Sweeps (100% prijs) nestelde Joost zich op de 4e plaats van heel Nederland.
Als je de behaalde punten niet alleen afzet tegenover het aantal ingezette duiven, maar ook ten opzichte van het beschikbare aantal kubieke meter hokaccomodatie, dan is Joost zonder discussie de absolute 1e Grootmeester van Nederland!

Van harte gefeliciteerd en ook de komende jaren veel succes!

Wim